Beeldende vorming vmbo gl en tl

Examenrooster

Afnameperiode cpe gl/tl beeldende vorming

Maandag 9 maart 2026 t/m dinsdag 12 mei 2026

cse 1e tijdvak

Woensdag 13 mei 2026 09:00 - 11:00

Examenstof

Vakspecifieke informatie

De vakspecifieke informatie volgt met de Septembermededeling.

Hulpmiddelen

Vakspecifieke vragen

Wat moet ik doen als ik geen overeenstemming met mijn eerste/tweede corrector bereik?

Als eerste en tweede corrector werk je als een team om de leerling de totaalscore te geven die het best past bij zijn/haar prestatie. Wij gaan uit van je professionaliteit. Het is aan jou om van daaruit te beoordelen of antwoorden die door kandidaten gegeven worden, vallen onder de strekking van het correctievoorschrift. Uiteraard houd je je daarbij aan de algemene en vakspecifieke regels in het correctievoorschrift. Het corrigeren van examens is echter geen harde wetenschap en het correctievoorschrift biedt dan ook ruimte voor interpretatie. Onderling overleg tussen eerste en tweede corrector zal moeten uitwijzen of verschillen in de beoordeling vallen binnen deze interpretatieruimte of erbuiten.

Mocht je desondanks geen overeenstemming over de (eind)beoordeling bereiken met je tweede corrector, kun je het bevoegd gezag van je eigen school inschakelen. Wanneer het bevoegd gezag van beide correctoren ook geen overeenstemming bereiken, is de volgende (en laatste) stap om de inspectie te vragen een onafhankelijke derde correctie uit te voeren. In uitzonderlijke gevallen voert de inspectie dit verzoek uit. De uitkomst van de derde correctie is bindend. Dit kan gevolgen hebben voor de termijn waarop de uitslag aan de kandidaten kan worden bekendgemaakt en voor de eerder vastgestelde score. Het is niet toegestaan om zelf een onafhankelijke (derde) corrector aan te stellen.

De examenlijn is in bovengenoemde situatie geen partij en beoordeelt dan ook geen individuele leerlingantwoorden. Als je in het overleg met je tweede corrector stuit op een interpretatieverschil dat (mogelijk) veroorzaakt wordt door een onduidelijkheid in de vraagstelling of in het correctievoorschrift, kun je dit doorgeven aan de examenlijn via het contactformulier.

Mocht je tot de conclusie komen dat iets fout is gerekend dat naar jouw oordeel toch vakinhoudelijk juist was, dan kun je je collega-corrector vragen of deze bereid is het inzicht ook te overwegen. Daarbij kun je uiteraard ook een andere vakcollega of je examensecretaris raadplegen.

Ik snap dat bij deze meerkeuzevraag A het goede antwoord is, maar antwoord B is ook goed / zit er wel heel dichtbij.

Bij een meerkeuzevraag moeten de afleiders een zekere aantrekkelijkheid hebben, anders werkt de vraag niet. Ze mogen echter niet té aantrekkelijk zijn en ze mogen zeker niet te aantrekkelijk zijn voor de goede lezers.

Deze kenmerken worden bekeken in de analyse van de Wolf-gegevens. Als een meerkeuzevraag niet aan deze criteria voldoet, wordt daarbij rekening gehouden bij de normering. 

Meldingen van docenten bij de Examenlijn over vermeende misleidende afleiders worden weliswaar inhoudelijk beoordeeld, maar de statistische analyse kan pas plaatsvinden na de afname van het examen, zoals hierboven beschreven. 

In alle gevallen moet de docent zich houden aan het cv.

Wanneer moet de keuze voor het beeldend examenvak CPE vmbo gemaakt worden?

Er is een examenprogramma 'beeldende vorming' dat geldt voor alle vier de beeldende vakken. De kandidaten kiezen één van de beeldende vakken als examenvak. Dat vak wordt ook vermeld op de cijferlijst en het diploma.

Voor wat betreft het centraal examen geldt bij het bestellen van de centrale examens er één code voor de beeldende vakken wordt gehanteerd. Dus daar wordt geen onderscheid gemaakt tussen de zes verschillende vakken (audiovisuele vormgeving 0420, film 0421, fotografie 0422, handvaardigheid/handenarbeid 0417, handvaardigheid/textiele werkvormen 0419 en tekenen 0418). Dit onderscheid wordt wel gemaakt bij het melden van de examengegevens in ROD.

Scholen kunnen de definitieve keuze voor welk beeldend vak uiteindelijk op de cijferlijst vermeld wordt lang voor zich uitschuiven. De keuze moet definitief worden gemaakt bij het doorgeven van de schoolexamencijfers voor aanvang van het eerste tijdvak. Belangrijk is dat een kandidaat bij het behalen van een diploma voldoet aan de eisen van het schoolexamen voor de onderliggende vakken zoals uitgewerkt in het PTA en de eisen van het centraal examen.

Kunst: Mogen kandidaten bij het CPE gebruik maken van digitale middelen of media?

Het toestaan van digitale middelen/media kan alleen binnen de volgende richtlijnen:
 

  • De afname van het gehele CPE gebeurt op school en onder toezicht van door de school gemandateerde toezichthouders.
  • De docent vergewist zich van de authenticiteit van het gevolgde proces en het gemaakte werk, en tekent daarvoor middels de authenticiteitsverklaring.

De opdracht van het CPE en de uitleg daarbij biedt de ruimte om discipline-overstijgend te werken. De gekozen discipline vormt het uitgangspunt. Een voorbeeld:

Als ‘tekenen’ het examenvak is op school, is dat het uitgangspunt. Vervolgens bestaat er de mogelijkheid om het beeldend werk door te ontwikkelen binnen en buiten de kunstvakdiscipline, zoals dat in de kunstgeschiedenis en kunstactualiteit gebruikelijk is. Het gebruik van digitale middelen is hiermee ook toegestaan als dit aansluit op het kunstonderwijs op de eigen school.

Onafhankelijk van het gekozen medium of de gekozen media zijn de stappen in het proces (het onderzoek, de gemaakte keuzes en de verantwoording ervan) en de kwaliteit van de beelden inclusief het eindwerkstuk (zie beoordelingsinstructie) heel belangrijk.

De examinator beoordeelt bij het CPE het hele proces en het eindwerkstuk van de kandidaat onder meer op authenticiteit. De examinator tekent hiervoor de authenticiteitsverklaring per kandidaat. Het is aan de examinator vast te stellen dat er geen sprake is van plagiaat: niet bij het gebruik van analoge middelen en niet bij het gebruik van digitale middelen.