Vmbo bb

Veelgestelde vragen

Hoe komt de N-term voor het tweede tijdvak tot stand?

De normeringsterm van het eerste tijdvak geldt als ‘basis’ voor het tweede tijdvak. Daarnaast worden de afnamegegevens van het tweede tijdvak examen geanalyseerd. Daarbij kijken we naar de deelpopulatie met een onvoldoende in het eerste tijdvak. Als deze kandidaten slechter scoren dan in het eerste tijdvak, dan is dat een signaal dat het tweede tijdvak moeilijker is. Is dat het geval dan zal de N-term ook hoger worden vastgesteld.

Variant 1 blijkt veel moeilijker dan variant 2, hoe wordt hiermee omgegaan?

De moeilijkheidsgraad van verschillende varianten van een digitaal examen is vaak niet hetzelfde. Omdat er een overlap is tussen varianten worden verschillen in moeilijkheidsgraad zichtbaar in de analyse van de scores van leerlingen. Dat betekent dat voor elke variant een eigen N-term wordt vastgesteld. Voor een moeilijkere variant wordt een hogere N-term vastgesteld dan voor een makkelijkere variant. Zo maakt het voor de leerling niet uit welke variant gemaakt wordt.

Hoe kan ik inzage krijgen in de digitale opdrachten en vragen?

Nadat de afnamegroep is afgesloten door de afnameleider kun je de afname inzien via de inzagefunctionaliteit in Facet. De afnameplanner heeft toegang tot deze inzagefunctionaliteit. Per leerling die in de planning staat, kun je via de knop ‘inzage’ de afname doorlopen. Hierbij zie je de vraag, het antwoord van de leerling, de antwoordsleutel en de (voorlopige) score.

Meer informatie over het organiseren van de inzage vind je op de website van DUO.

Hoe ga je om met de opmerking ‘of nauwkeuriger’ in het beoordelingsmodel?

Als achter de uitkomst in het beoordelingsmodel ‘of nauwkeuriger’ staat, mag een kandidaat de uitkomst ook in meer decimalen geven dan het antwoord in het beoordelingsmodel. Hierbij is wel de voorwaarde dat het antwoord met meer decimalen goed is afgerond.

Voorbeeld

Stel dat in het beoordelingsmodel als uitkomst 3,34 (of nauwkeuriger) staat en dit een afronding van 3,34379 is. Een leerling geeft als eindantwoord 3,3437. Het getal 3,3437 is dan wel nauwkeuriger dan 3,34 maar is in dit geval niet juist afgerond. Een leerling verliest in dit geval helaas 1 scorepunt door het verkeerd afronden.