Veelgestelde vragen

Heb je een vraag over de centrale examens in het voortgezet onderwijs? Kijk of het antwoord op je vraag is opgenomen bij de veelgestelde vragen in onderstaande categorieën.

Staat het antwoord op je vraag er niet bij? Neem dan contact op via het contactformulier.

Filter op
Filter op schooltype
Examens

Vakspecifieke vragen

MVT: Volgens mij zijn in deze meerkeuzevraag twee antwoorden synoniem. Waarom zijn ze dan niet beide goed?

Woorden zijn doorgaans geen volle synoniemen; meestal is er sprake van gedeelde betekeniselementen. 

Neem het volgende voorbeeld: in het vwo-examen Engels van 2018 waren ‘contemptuous’ en ‘derisive’ antwoordalternatieven bij een meerkeuzevraag. Een aantal docenten claimde dat beide woorden synoniemen zijn omdat ze als synoniemen worden gepresenteerd op thesaurus.com. 

Echter, ‘derisive’ wordt pas als 2e optie gegeven (na ‘condescending’, dat er inderdaad dichter bij in de buurt komt) en andersom komt ‘contemptuous’ pas op de 8e plaats bij de synoniemen van ‘derisive’. 

Komt u in het overleg met uw vakgenoten samen tot de conclusie dat het alternatieve antwoord toch goed gerekend moet worden terwijl dat strijdig is met het cv, meld dit dan via het Examenloket bij de Examenlijn.

MVT: Waarom bevat niet elk examen een literaire tekst?

De examens variëren in alle opzichten van jaar tot jaar, binnen bepaalde marges: dat geldt voor het aantal teksten (dat mag variëren van 10-16), en ook voor het type teksten en de onderwerpen: de constructieopdracht geeft daarvoor slechts een indicatieve, niet-limitatieve lijst met suggesties.

Correctie

Het correctievoorschrift is erg streng, kan daar een aanvulling op komen?

Nee. Een correctievoorschrift dat als streng wordt ervaren, is geen reden voor een aanvulling. Een aanvulling op het correctievoorschrift wordt gedaan als er sprake is van een fout of een onduidelijkheid in het correctievoorschrift (zie Aanvullingen op het correctievoorschrift). 

In de techniek van het bepalen van de n-term (zie voor uitleg n-term) wordt hier automatisch rekening mee gehouden. Als een examen relatief veel makkelijke vragen bevat, wordt de n-term laag (minimaal 0,0). Bevat een examen relatief veel moeilijke vragen, dan wordt de n-term hoger.