Let op: Je bekijkt nu informatie uit een oud examenjaar.Ga naar het huidige examenjaar

Bijzondere groepen kandidaten

Laatste update

Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte

Sinds 2012 publiceert het College voor Toetsen en Examens (CvTE) jaarlijks een brochure over de mogelijkheden voor kandidaten met een beperking (lichamelijke beperking, ziekte, dyslexie, dyscalculie) bij centrale examens en bij de rekentoets in het voortgezet onderwijs.

  • Zie de pagina Kandidaten met een ondersteuningsbehoefte
  • 1.Alle aanpassingen in de wijze van examinering op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO moeten worden gemeld aan de inspectie via het internetschooldossier. Melding impliceert geen toestemming. Toestemming is echter niet nodig, want de directeur neemt de beslissing. Die beslissing moet hij wel kunnen verantwoorden tegenover de inspectie.
  • 2.Aanpassingen die verder gaan dan de standaard aanpassingen (zie brochure) en waarvan men zich kan afvragen of ze de inhoud van het examen gaan raken behoeven de goedkeuring van het CvTE. Dus verlenging met meer dan een half uur, afwijkende niet in de brochure beschreven hulpmiddelen, enzovoorts.
  • 3.Aanpassingen in afnameplaats (ziekenhuis, thuis, etc.) en aanpassingen in afnametijdstip (bijvoorbeeld quarantaine, eerder beginnen) behoeven toestemming van de inspectie. Hiervoor kan contact worden opgenomen met het Examenloket, waarna u wordt doorverbonden met de werkgroep Examens van de inspectie.

Anderstaligen

Aan een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt, niet langer dan 6 jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kan het bevoegd gezag toestemming geven voor een aangepaste wijze van examineren (zie Eindexamenbesluit VO artikel 55 lid 3). De directeur mag de tijdsduur van de examenzitting verlengen met ten hoogste een half uur.

Daarnaast is een verklarend woordenboek Nederlands als hulpmiddel toegestaan. Dat laatste lijkt overbodig – immers, zo'n woordenboek is voor iedere kandidaat sinds 2007 toegestaan. Echter, de voor alle kandidaten geldende Regeling Toegestane Hulpmiddelen geeft aan dat een kandidaat in plaats van een verklarend woordenboek Nederlands óók een woordenboek mee mag nemen vanuit het Nederlands naar zijn thuistaal. Combinatie van beide regelingen betekent dat de kandidaat genoemd in artikel 55 lid 3 zowel een verklarend Nederlands woordenboek mag meenemen, als een woordenboek vanuit het Nederlands naar zijn thuistaal (zie Eindexamenbesluit VO artikel 55 lid 4).

Kandidaten met examenresultaten van Curaçao, Sint Maarten, Aruba, Bonaire, Saba of Sint Eustatius

Examenresultaten, behaald op Curaçao, Sint Maarten, Aruba, Bonaire, Saba of Sint Eustatius zijn op grond van bilaterale verdragen gelijkgesteld met examenresultaten behaald in Nederland.

Voor de examens van de bij Nederland horende eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius geldt dat deze weliswaar op onderdelen kunnen afwijken van die in Europees Nederland, maar eveneens geldig zijn als Nederlandse examenresultaten.

Dit betekent dat diploma’s van Aruba, Curaçao en Sint Maarten of Nederlandse diploma’s behaald op Bonaire, Saba of St Eustatius, een zelfde geldigheid hebben als diploma’s behaald in Europees Nederland.

Voor cijferlijsten geldt het volgende:

De behaalde resultaten zijn in Nederland geldig en kunnen dus volgens de bestaande regels worden meegenomen bij het afleggen van examen in Europees Nederland bij Vavo of staatsexamen.

Tot 2017 gold dit alleen voor havo/vwo, maar vanaf 2018 geldt dit ook voor vmbo-tl.

Daarbij geldt dat voor sommige vakken (met name vakken zonder centraal examen zoals maatschappijleer (1), en voor aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer 2 en kunstvakken) op deze eilanden enigszins afwijkende examenprogramma’s en vakbenamingen kunnen gelden. Deze vakken gelden dan als overeenkomstige vakken.

Anders ligt het bij het vak Papiamento (Aruba), Papiamentu (Curaçao) en Papiaments (Bonaire). Dit vak komt in de Europees-Nederlandse regelgeving niet voor. Hoewel vergelijkbaar met bijvoorbeeld Fries of Turks, is het geen overeenkomstig vak. Vavo en staatsexamen in Nederland kunnen dus niet dit vak diplomeren. Als het weglaten van Papiaments leidt tot een deficiënt vakkenpakket, dan moet dus bij vavo of staatsexamens een ander, voor de kandidaat nieuw vak worden opgenomen. Een alternatief is het afleggen van een onvolledig examen bij vavo of staatsexamen in Nederland, en daarna de cijferlijsten ter diplomering aanbieden bij de Nederlandse staatsexamens op Bonaire, vallend onder de WVO-BES.

Kandidaten met buitenlandse diploma's of examenresultaten

Als kandidaten met buitenlandse diploma's of examenresultaten een Nederlands diploma willen behalen bij het VAVO kunnen zij een verzoek indienen voor één of meer ontheffingen (zie Eindexamenbesluit VO artikel 10).

Hoogbegaafden

Voor hoogbegaafden die aan het profiel dat de school aanbiedt niet voldoende hebben, is er de mogelijkheid dat de directeur op hun verzoek examenresultaten die datzelfde jaar aan een vavo-instelling of bij het staatsexamen zijn behaald bij de uitslag betrekt en op de cijferlijst vermeldt (zie Eindexamenbesluit VO artikel 48 lid 8 en artikel 52 lid 9).

Door de extra vakken is de kans groot dat de leerling geslaagd is voor meer profielen. In dat geval worden alle profielen vermeld op het diploma en ontvangt de leerling voor ieder profiel een aparte cijferlijst (zie Eindexamenbesluit VO artikel 52 lid 2 en Regeling modellen diploma’s VO, bijlage 1).

Kandidaten voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Voor leerlingen in het vso zijn er in beginsel drie mogelijkheden om een diploma voortgezet onderwijs te halen:

  • Staatsexamen: school voor vso meldt de leerling aan voor het staatsexamen. Centraal examen en college-examen worden op de school afgenomen. Zie duo.nl voor meer informatie.
  • Examen (en deels ook het onderwijs dat daarop voorbereidt) op een school voor vo (symbiose): de school voor vo is verantwoordelijk voor het examen. In overleg wordt bepaald waar het onderwijs wordt gegeven en op welke wijze het schoolexamen wordt afgenomen. Het centraal examen vindt plaats op de school voor vo, tenzij de inspectie toestemming geeft dit af te nemen op de school voor vso.
  • De school voor vso beschikt zelf over een examenlicentie: sinds 2013 is het mogelijk dat een school voor vso een examenlicentie aanvraagt. Voor meer informatie en de procedure, zie de voorlichtigspublicatie ‘Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs.

Met gedoogtoestemming van de inspectie was er tot en met 2017 ook nog een tussenvorm mogelijk: examen in het beroepsgerichte vak op een school voor vmbo en examen in de algemene vakken bij het staatsexamen. Omdat scholen voor voortgezet onderwijs geen deelexamens in een enkel vak af kunnen nemen, was hiervoor gedoogtoestemming van de inspectie nodig, in afwachting van een wettelijke regeling die deelexamens in het vo specifiek voor vso-leerlingen wel mogelijk maakt. Die wettelijke regeling is er m.i.v. het examen in 2018. Deze is geregeld in een wijziging van het Eindexamenbesluit VO (zie Staatsblad 288 van 3 juli 2017).