Hoe moet een kandidaat een betrouwbaarheidsinterval afronden op het centraal examen bij wiskunde havo A?

Vraag

Hoe moet een kandidaat een betrouwbaarheidsinterval afronden op het centraal examen bij wiskunde havo A?

Antwoord

Wanneer in het examen om een betrouwbaarheidsinterval wordt gevraagd en daarbij wordt aangegeven dat het antwoord in een bepaald aantal decimalen moet worden gegeven, dan dient de kandidaat dit volgens de normale afrondregels te doen. Een antwoord waarbij bijvoorbeeld de grenzen ‘naar buiten toe’ zijn afgerond, dient als onjuist te worden aangemerkt. Stel dat de grenzen '2,37…' en '2,82…' op één decimaal moeten worden afgerond, dan geeft dat 2,4 en 2,8 en bijvoorbeeld niet 2,3 en 2,9.


Deel deze pagina