Economie en ondernemen

Examenstof

Veelgestelde vragen

Moet er bij de afname van het cspe een tweede examinator aanwezig zijn?

De school heeft bij de cspe’s meer vrijheid om de beoordeling van de tweede examinator aan te laten sluiten naar de mogelijkheden in de eigen schoolomgeving. Over het algemeen zal dit betekenen dat de tweede examinator aanwezig zal zijn bij de afname als een kandidaat handelingen uitvoert die tijdens het uitvoeren ervan moeten worden beoordeeld. In het correctievoorschrift staat wanneer een handeling beoordeeld moet worden tijdens de uitvoering. Daarna moet er overleg plaatsvinden over de geobserveerde handelingen en de score. Dit betekent dat een tweede examinator de gemaakte opdrachten mede beoordeelt.

Opdrachten waarbij de eerste examinator het eindresultaat beoordeelt, kunnen door de tweede examinator naderhand worden beoordeeld. De tweede examinator hoeft dan dus niet aanwezig te zijn bij de afname van deze opdrachten.

Het bevoegd gezag van de scholen is verplicht de kwaliteitszorgsystematiek met betrekking tot toetsing en examinering beschreven te hebben, te onderhouden en hier naar te handelen. 

De regels voor de inzet van een tweede examinator zijn beschreven in het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 artikel 3.26 en 3.27.

Hoe lang moet je het cspe examenwerk van kandidaten bewaren?

Op de website van de Rijksoverheid staat het volgende over het bewaren van door kandidaten gemaakt examenwerk:

Hoe lang moet een school gemaakte examens bewaren?
Een school moet het werk van het centraal examen bewaren tot minimaal zes maanden na de uitslag. Dit geldt ook voor de bijbehorende cijferlijst. Leerlingen kunnen in die periode hun examen inzien. Bij het werk horen ook de opgaven die de leerling gebruikte bij de centrale examens. 

Deze regelgeving is er niet voor niets. Bewijslast over geleverde prestaties van de kandidaat kunnen aanleveren, kan essentieel zijn.

Het strikt toepassen van deze regelgeving voor de scholen bij de cspe’s is niet werkbaar. Het gemaakte werk van kandidaten omvat bij de cspe’s meer dan alleen schriftelijk werk. Daarom zijn in de Instructie voor de Examinator aanvullende richtlijnen gegeven.

1. Examendocumenten zijn in verband met de geheimhouding vanaf september openbaar. Voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden, geldt dat deze vanaf begin juli tentoongesteld of meegegeven mogen worden.

2. Foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Kandidaten mogen alleen opnamen maken als dit onderdeel uitmaakt van een praktische opdracht. Eventuele gemaakte opnamen mogen in de afnameperiode niet toegankelijk gemaakt worden. Tot begin juli is publicatie van cspe-materiaal (foto's, filmopnamen, passages uit de examendocumenten en inhoudelijke opmerkingen) langs welke weg dan ook niet toegestaan.

CvTE advies:

Schriftelijk en digitaal deel van het werk van de cspe’s

Bewaar dit deel van het werk van de cspe’s tot minimaal zes maanden na de uitslag. Dit geldt ook voor de ingevulde correctiemodellen waarop de scores van de kandidaten zijn vastgelegd.

Gemaakte producten

Maak één of meerdere foto’s van alle gemaakte product(en), ook als deze beperkt houdbaar zijn (met daarop duidelijk zichtbaar de naam van de kandidaat/examennummer van de kandidaat) en bewaar deze eveneens minstens zes maanden in het archief.

Door kandidaten gemaakte werkstukken kunnen vanaf begin juli meegegeven worden.

Aan gemaakte producten, die beperkt ‘houdbaar’ zijn, zoals een bloemwerk, gerecht, aangelegde tuin of aangelegde installatie, kan een (her)bestemming gegeven worden. Voorwaarde is wel dat deze producten zo niet (direct) herkenbaar zijn als examenwerk van kandidaten.

Waar heeft een leerling met dyscalculie recht op bij het centraal examen?

De leerling met een officiële dyscalculieverklaring heeft recht op 30 minuten extra tijd bij het centraal examen waarbij rekenen een rol speelt. Ook mag de leerling gebruik maken van de standaard rekenkaarten die zijn uitgegeven door het College voor Toetsen en Examens. Daarnaast is het mogelijk dat de school een zelf ontwikkelde rekenkaart aanbiedt als deze geen afbreuk doet aan de te toetsen exameneisen.

De centrale examens waarbij rekenen een rol speelt, zijn onder meer wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, economie en bedrijfseconomie. Mogelijk zijn er meer vakken waarbij de leerling met dyscalculie de hulpmiddelen wil inzetten, neem dan contact op met het CvTE via het contactformulier.

Welke hulpmiddelen zijn toegestaan bij de cspe’s?

De toegestane hulpmiddelen zijn bij regeling vastgesteld. Voor de cspe’s zijn de toegestane hulpmiddelen te vinden in bijlage 1A van de regeling:

De informatie over de benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen bij de praktische opdrachten van het cspe wordt elk jaar in de instructie voor de examinator meegedeeld. Deze instructie voor de examinator maakt deel uit van zending A. Zending A komt in de eerste helft van februari beschikbaar voor de scholen. Is het noodzakelijk dat scholen vroegtijdig over informatie aangaande te gebruiken gereedschappen, grondstoffen, aan te schaffen plantmateriaal en andere materialen moeten beschikken, dan wordt hiervan melding gemaakt in de vakspecifieke mededelingen per vak in de Septembermededeling/Maartaanvulling.

Het gebruik van een woordenboek Nederlands is bij deze praktische examens sinds het examenjaar 2022 toegestaan.