De uitslag van het examen is de beslissing
-
-dat een kandidaat geslaagd is voor het gehele eindexamen (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49) en dus recht heeft op het diploma met een cijferlijst (zie Eindexamenbesluit VO artikel 52) of
-
-dat een kandidaat afgewezen is voor het gehele eindexamen (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49) en dus geen recht heeft op het diploma. Hij krijgt dan wel een cijferlijst (zie Eindexamenbesluit VO artikel 52), en in het vmbo, als hij de school verlaat, een certificaat voor die vakken waarvoor een 6 of meer is behaald (zie Eindexamenbesluit VO artikel 53 lid 3).
Ook een vavo-kandidaat die slechts opgaat voor een deeleindexamen voor een of meer vakken kan slagen als hij deze vakken aanvult met vrijstellingen tot een volledig eindexamen.
Een vavo-kandidaat die voor een of meer vakken is opgegaan en deze niet aanvult met vrijstellingen tot een volledig eindexamen, kan niet slagen en ook niet afgewezen worden. Hij ontvangt voor de vakken waarvoor hij een eindcijfer 6 of meer heeft behaald een certificaat. En hij ontvangt daarnaast een deelcijferlijst waarop alle vakken staan waarvoor hij in dat examenjaar het examen heeft afgerond (zie Eindexamenbesluit VO artikel 53).
Er wordt van een voorlopige uitslag gesproken als de kandidaat nog het recht heeft op een herkansing (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51). Pas op grond van de definitieve uitslag kunnen examendocumenten worden uitgereikt (zie Eindexamenbesluit VO artikel 52 en 53).
De uitslagbepaling bij een eindexamen kent vier fasen:
-
1.Beslissingen en checkpunten die nodig zijn om een uitslag te kunnen bepalen
-
2.De bepaling van de uitslag
-
3.De herkansing
-
4.De bepaling van de definitieve uitslag na herkansing
Centrale regel is steeds dat een kandidaat móet slagen als hij kan slagen door een bepaalde combinatie van vakken en cijfers, die samen tenminste één geldig profiel vormen.
Relevante beslissingen en checkpunten zijn onder andere:
1.1 Is de school bevoegd tot het uitreiken van het gevraagde diploma?
1.2 Voldoet de combinatie van vakken bij elkaar aan de profieleisen? (zie de examenstof en Eindexamenbesluit VO artikel 22, 23, 24 en 25)
1.3 Zijn alle relevante vrijstellingen door de kandidaat aangetoond? (zie Eindexamenbesluit VO artikel 48 lid 6)
1.4 Mag een kandidaat van de school voor meer dan het minimaal vereiste aantal vakken examen afleggen (extra vakken)? (zie Eindexamenbesluit VO artikel 8 lid 2) Als de kandidaat met het meetellen van alle vakken niet slaagt, mogen vakken geschrapt worden als hij daardoor alsnog kan slagen. De resterende vakkencombinatie moet natuurlijk weer aan de profieleisen voldoen (zie Eindexamenbesluit VO artikel 48 lid 3).
1.5 Voor enkele vakken (lichamelijke opvoeding en kunstvakken inclusief CKV) en het profielwerkstuk (tl en gl) moet de beoordeling voldoende of goed behaald zijn (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49.1d en 1f).
1.6 Een kandidaat voor vmbo theoretische leerweg mag volstaan met minder vakken als hij een vavo-examen aflegt. Dit betreft kunstvakken inclusief CKV en lichamelijke opvoeding (zie Eindexamenbesluit VO artikel 22 lid 5). Die vakken worden niet op de cijferlijst vermeld (zie Eindexamenbesluit VO artikel 52 lid 5 b1°).
Als het eindexamen is voltooid, alle zittingen van het centraal examen zijn bijgewoond en dus voor alle vakken het eindcijfer is bepaald, kan de uitslag bepaald worden. De kandidaat die een diploma wil behalen, mag in alle gevallen tot op bepaalde hoogte onvoldoendes met voldoendes compenseren (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49 lid 1).
Vanaf 2012 gelden voor de centrale examens voor vmbo, havo en vwo vernieuwde exameneisen. Deze vernieuwde exameneisen bevatten het volgende:
-
1.Per schooljaar 2011-2012, dus voor alle uitslagen vanaf de cursus 2011/2012, geldt de maatregel dat voor alle vakken op het centraal examen (CE) gemiddeld een voldoende moet worden gehaald. Dit geldt voor leerlingen vmbo, havo en vwo.
-
2.Eveneens geldt per schooljaar 2011-2012 de maatregel dat ook voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (bb) van het vmbo het schoolexamen (SE) hetzelfde gewicht heeft als het centraal examen.
De kandidaat is geslaagd als:
-
-het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers tenminste 5,5 is
-
-hij de rekentoets heeft gemaakt
-
-hij voor Nederlands minimaal een 5 heeft behaald
-
-hij één 5 heeft behaald en verder 6 of hoger
-
-hij één 4 heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger
-
-hij twee vijven heeft behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger
-
-hij voor lo1 en kunstvakken 1 'voldoende' of 'goed' heeft behaald
-
-in geval van theoretische of gemengde leerweg: het profielwerkstuk met 'goed' of 'voldoende' is beoordeeld
Voor het Leerwerktraject geldt een andere uitslagbepaling. Leerlingen in het leerwerktraject moeten tenminste examen doen in Nederlands en het beroepsgerichte vak en voor beide vakken minimaal een 6 behalen. Ook moeten ze de rekentoets afleggen (zie artikel 49 lid 6).
Zodra de uitslag voor het eerst, dus nog vóór het tweede tijdvak, is bepaald wordt deze samen met de behaalde cijfers aan de kandidaat meegedeeld. Aan kandidaten die het centraal examen nog niet voor al hun vakken hebben kunnen voltooien, worden op datzelfde moment de door hen behaalde eindcijfers meegedeeld, ook al kon voor hen nog geen uitslag worden vastgesteld (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49 lid 7).
Elke kandidaat krijgt na het bekendmaken van zijn eindcijfers recht op het herkansen van het centraal examen voor één vak, ongeacht of hij zijn examen al kon voltooien en de uitslag voor hem kon worden bepaald. Hiermee heeft een kandidaat die bijvoorbeeld nog voor één vak het examen in het tweede tijdvak wil voltooien, in dat tijdvak tevens de mogelijkheid om een ander vak te herkansen. De kandidaat moet wel tijdig aan de directeur laten weten dat hij hiervan gebruik wil maken, anders verliest hij dat recht weer (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51 lid 2).
Leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen mogen naast het centraal examen voor een algemeen vak ook het centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) van het beroepsgerichte programma herkansen. De herkansing van het praktisch gedeelte van het centraal examen (cspe) kan betrekking hebben op de gehele toets of op alleen één of meer onderdelen daarvan (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51 lid 1).
De uitslag wordt opnieuw bepaald op grond van Eindexamenbesluit VO artikel 48 en artikel 49.
Na elk van de drie tijdvakken wordt de uitslag bekendgemaakt. De school of de instelling zelf bepaalt wanneer dat precies gebeurt. Bij de aangewezen vakken in het tweede tijdvak en bij het derde tijdvak maakt het College voor Toetsen en Examens het behaalde resultaat aan de school bekend; hierna stelt de school de uitslag vast en maakt deze bekend. Op Examenblad.nl wordt elk jaar aangegeven wanneer de normen (N-termen) per vak bekend worden gemaakt.
In geval van een gespreid examen doet zich een speciale situatie voor (zie Eindexamenbesluit VO artikel 59).
Deel deze pagina