Bij de ontwikkeling van de centrale examens Nederlands havo en vwo zijn aan de kant van Cito drie eerstegraads examenklasdocenten in de constructiegroep betrokken. Zij worden aangestuurd door een toetsdeskundige. Aan de kant van het College voor Toetsing en Examens (CvTE) zitten ook drie examenklasdocenten in de vaststellingscommissie, voor havo en vwo. De vierde persoon in de vaststellingscommissie is de voorzitter. De voorzitter is werkzaam in het wetenschappelijk onderwijs.
De opgaven voor de examens van het eerste tijdvak havo en vwo worden gepretest. Bij zo'n pretest zijn per examen ruim 25 docenten betrokken. Deze docenten beoordelen de antwoorden van de leerlingen en geven de resultaten door aan de examenmakers. Daarnaast geven ze feedback op het pretestmateriaal.
Dit schooljaar vinden voor de examens havo en vwo voor het eerste tijdvak zogenaamde testcorrecties plaats. 24 docenten Nederlands zijn uitgenodigd om de dag na de afname van het examen het voorlopig correctievoorschrift aan de hand van het examenwerk van hun leerlingen te testen. De suggesties van deze docenten ter verbetering van het voorlopige correctievoorschrift bespreekt de vaststellingscommissie van het CvTE en de suggesties kunnen leiden tot aanpassingen in het correctievoorschrift. Het definitieve correctievoorschrift is hierdoor twee werkdagen later beschikbaar.