Woordenboek Nederlands

vmbo

Een eendelig verklarend woordenboek Nederlands is toegestaan bij alle schriftelijke examens ; dus

NIET: bij cspe's BB, KB en GL, (ook niet bij de minitoetsen), en bij cpe beeldend (GL/TL)

WEL: bij cse's beroepsgericht in de gemengde leerweg en bij cse beeldend (GL/TL)

In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

In 2008 worden schrijfwijzen volgens de spelling van 1995 niet fout gerekend. Gebruik van ''verouderde'' woordenboeken benadeelt de kandidaat bij het centraal examen 2008 niet. (Deze overgangsbepaling geldt voor het laatst in 2008).

Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek.

Op Examenblad.nl staat een nadere toelichting op woordenboekgebruik en de voorbereiding van de kandidaten. In situaties zoals het voorbeeld bij het vak muziek is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.

vwo/havo

Met ingang van het centraal examen 2006 is een eendelig verklarend woordenboek Nederlands toegestaan bij alle schriftelijke examens.

In plaats van het eendelig woordenboek Nederlands mag ook gebruik gemaakt worden van een woordenboek van Nederlands naar een vreemde taal (bijvoorbeeld naar de thuistaal van de kandidaat).

Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

In 2008 worden schrijfwijzen volgens de spelling van 1995 niet fout gerekend. Gebruik van verouderde woordenboeken benadeelt de kandidaat bij het centraal examen 2008 niet. (Deze overgangsbepaling geldt voor het laatst in 2008).

Het woordenboek kan een natuurlijk en vanzelfsprekend hulpmiddel zijn dat de kandidaat zekerheid verschaft bij een enkel woord; het kan ook leiden tot bijvoorbeeld tijdnood als een kandidaat zekerheidshalve te veel woorden opzoekt. Bij vakspecifieke termen kan het woordenboek ook aanleiding geven tot verwarring. Een voorbeeld: eentonigheid heeft in het vak muziek een betekenis die niet strookt met de beschrijving in een woordenboek. Op Eindexamen.nl staat een nadere toelichting op woordenboekgebruik en de voorbereiding van de kandidaten en de voorbereiding van de kandidaten gepubliceerd. In situaties zoals het gegeven muziek-voorbeeld is de vakinhoudelijke omschrijving de geldige; voor een inhoudelijk afwijkende omschrijving worden geen punten toegekend, ook niet als de kandidaat deze omschrijving letterlijk aan het woordenboek heeft ontleend.