Duits havo

Examenrooster

cse 1e tijdvak

Woensdag 20 mei 2026 09:00 - 11:30

Examenstof

Vakspecifieke informatie

De vakspecifieke informatie volgt met de Septembermededeling.

Hulpmiddelen

Vakspecifieke vragen

Wat moet ik doen als ik geen overeenstemming met mijn eerste/tweede corrector bereik?

Als eerste en tweede corrector werk je als een team om de leerling de totaalscore te geven die het best past bij zijn/haar prestatie. Wij gaan uit van je professionaliteit. Het is aan jou om van daaruit te beoordelen of antwoorden die door kandidaten gegeven worden, vallen onder de strekking van het correctievoorschrift. Uiteraard houd je je daarbij aan de algemene en vakspecifieke regels in het correctievoorschrift. Het corrigeren van examens is echter geen harde wetenschap en het correctievoorschrift biedt dan ook ruimte voor interpretatie. Onderling overleg tussen eerste en tweede corrector zal moeten uitwijzen of verschillen in de beoordeling vallen binnen deze interpretatieruimte of erbuiten.

Mocht je desondanks geen overeenstemming over de (eind)beoordeling bereiken met je tweede corrector, kun je het bevoegd gezag van je eigen school inschakelen. Wanneer het bevoegd gezag van beide correctoren ook geen overeenstemming bereiken, is de volgende (en laatste) stap om de inspectie te vragen een onafhankelijke derde correctie uit te voeren. In uitzonderlijke gevallen voert de inspectie dit verzoek uit. De uitkomst van de derde correctie is bindend. Dit kan gevolgen hebben voor de termijn waarop de uitslag aan de kandidaten kan worden bekendgemaakt en voor de eerder vastgestelde score. Het is niet toegestaan om zelf een onafhankelijke (derde) corrector aan te stellen.

De examenlijn is in bovengenoemde situatie geen partij en beoordeelt dan ook geen individuele leerlingantwoorden. Als je in het overleg met je tweede corrector stuit op een interpretatieverschil dat (mogelijk) veroorzaakt wordt door een onduidelijkheid in de vraagstelling of in het correctievoorschrift, kun je dit doorgeven aan de examenlijn via het contactformulier.

Mocht je tot de conclusie komen dat iets fout is gerekend dat naar jouw oordeel toch vakinhoudelijk juist was, dan kun je je collega-corrector vragen of deze bereid is het inzicht ook te overwegen. Daarbij kun je uiteraard ook een andere vakcollega of je examensecretaris raadplegen.

Niet alle leerlingen hebben het examen af. Dat is toch niet eerlijk?

Het examen is zó gemaakt dat de meeste leerlingen het (ruim) binnen de tijd af kunnen hebben. Bij de ontwikkeling van de examens besteedt het CvTE aandacht aan de vraag of het examen in de toegestane tijd past. Maar de tijd die kandidaten nodig hebben, hangt natuurlijk ook samen met het niveau van leesvaardigheid. Toch kan het ook gebeuren dat het examen achteraf bezien te lang was. Conclusies over de lengte van het examen kunnen niet eerder worden getrokken dan bij de normeringsvergadering. U kunt via de Wolf-enquête aangeven wat u van de lengte en moeilijkheidsgraad van het examen vonden. Bij de toets- en itemanalyse van het examen onderzoeken we of de Wolf-gegevens aanwijzingen bevatten waaruit blijkt dat het examen te lang en/of te moeilijk is. De feedback van docenten wordt samen met de Wolf-gegevens gebruikt om het examen van een passende n-term te voorzien.

MVT: Komt in elk examen hetzelfde type opgave voor?

Nee, het aantal typen opgave is in principe oneindig. De examens variëren in alle opzichten, binnen bepaalde marges. Dat geldt ook voor het type vragen, zolang de vraag maar helder en efficiënt is en leesvaardigheid toetst, is alles mogelijk.

MVT: Het aantal open vragen varieert van jaar tot jaar; hoe kan dat?

Net zoals bij teksten (zie categorie 'Moeilijkheidsgraad') geldt dat de verdeling van het aantal opgaven (meerkeuze-, beweringenvragen, open vragen) met een bepaalde marge wordt vastgesteld. 

Zo is de richtlijn voor meerkeuzevragen: max. 60% met een marge van 7%. Dat betekent dat bij een examen van 40 vragen in principe 24 vragen van het type meerkeuze zijn, maar met de marge van 7% mogen het er ook 25 of 26 zijn.