Het combinatiecijfer voor het vmbo is geregeld in artikel 3.35 lid 3 en lid 4 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020. De afronding van het eindcijfer ervan ligt vast in artikel 3.35 lid 5 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020. Het eindcijfer van het combinatiecijfer wordt bepaald als rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
Vmbo bb en kb
Voor de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg is het combinatiecijfer het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers behaald voor de vier (of naar keuze meer) gevolgde beroepsgerichte keuzevakken. In artikel 3.35 lid 1 onderdeel d Uitvoeringsbesluit WVO 2020 is geregeld dat voor elk keuzevak afzonderlijk geen eindcijfer lager dan 4 mag worden behaald.
Vmbo gl
Voor de gemengde leerweg is het combinatiecijfer het rekenkundige gemiddelde van de eindcijfers voor het profielvak, dan wel het praktijkgerichte vak dat in de plaats van het profielvak is gekozen, en de twee (of naar keuze meer) gevolgde beroepsgerichte keuzevakken, waarbij het eindcijfer voor het profielvak net zo vaak meetelt als er beroepsgerichte keuzevakken zijn. Als er examen is gedaan in drie keuzevakken, dan tellen die drie cijfers elk één keer en het cijfer voor het profielvak of praktijkgerichte vak drie keer.
Ook hier geldt dat voor geen van de onderdelen van het combinatiecijfer lager dan een 4 mag zijn behaald. Het combinatiecijfer zelf mag ook niet lager zijn dan een 4. Geen enkel eindcijfer (afgerond) mag immers lager zijn dan een 4.
De wijze van vermelding van het combinatiecijfer op de cijferlijst is opgenomen in bijlage 1 van de Regeling modellen diploma’s VO onder Leerwegen vmbo: Combinatiecijfer.